
Danja: “De kracht van boeken is om woorden en herkenning te geven aan gevoelens”
Als kind is ze vaak voorgelezen en haar enthousiasme voor boeken straalt Danja de Groot, winnares van de NVO-Thesisprijs 2023 voor het domein Orthopedagogiek, dan ook uit. Danja ziet de meerwaarde van ‘bibliotherapie’ bij traumabehandeling en deed een kwalitatieve inhoudsanalyse naar Nederlandstalige kinderboeken voor kinderen van drie tot negen jaar over seksueel misbruik.
Na de opleiding Social Work, die ze afrondde met een scriptie over de psychoseksuele ontwikkeling en seksuele gezondheid van volwassenen met autisme, wilde ze meer uitdaging en kwam ze uit bij de keuze voor een master Psychologie of Orthopedagogiek. Dat je als orthopedagoog naar de omgevingsfactoren kijkt, spreekt Danja enorm aan en is in haar ogen ook logisch. Daarom heeft ze voor Orthopedagogiek gekozen en daar is ze nog steeds heel blij mee.
Bibliotherapie
Dat ze iets met jeugdliteratuur wilde doen, was al snel duidelijk. Danja: “Ik dacht wat mooi, dan mag je boeken lezen voor je thesis!” Inhoudelijk wilde Danja iets doen met het thema trauma. Er bleek al veel onderzoek gedaan bij diverse doelgroepen, maar niet veel op het gebied van seksueel misbruik. Meestal was het onderzoek breder getrokken, bijvoorbeeld over mishandeling in het algemeen. Bibliotherapie, waarbij boeken worden ingezet als behandelvorm, kan binnen allerlei soorten behandeling worden ingezet. Danja keek specifiek naar boeken binnen behandeling van kinderen die seksueel misbruikt zijn. Ze zijn geschreven en geïllustreerd met als doel herkenning en erkenning te bieden en seksueel misbruik bespreekbaar te maken.
Codeboek
Voor de kwalitatieve inhoudsanalyse koos Danja voor een combinatie van een deductieve en inductieve strategie. Ze stelde daarvoor een codeboek op met daarin vanuit de theorie rondom seksueel misbruik relevante thema’s die voor kinderen belangrijk zijn. Ze ging boeken over dit onderwerp lezen en keek of de thema’s erin voorkwamen om ze vervolgens op te nemen in het codeboek. Dat is de zogenoemde deductieve aanpak. Wanneer ze in de verhalen andere onderwerpen tegenkwam, dan vulde ze dit in het codeboek aan. “Dat noemen we inductief en dat zorgt ervoor dat je geen informatie laat liggen,” aldus Danja.
Wat bijvoorbeeld voorkwam in de boeken was dat kinderen het gevoel hadden dat er geen ontsnapping mogelijk was. In de literatuur kwam dat thema niet expliciet naar voren. Danja: “Dat is echt de kracht van boeken, dat je daarin ook weer heel erg naar dat gevoel toe gaat. Soms is het lastig om daar woorden aan te geven.” Op die manier vulde ze het codeboek aan en keek ze of en hoe deze onderwerpen in andere kinderboeken terugkwamen.
Thema’s
In het codeboek zijn schematisch tien thema’s opgenomen zoals het hebben van een geheim, openbaarmaking, type slachtoffer en dader, oplossing en coping en het seksueel misbruik zelf. De thema’s zijn allemaal weer opgedeeld in categorieën. Danja: “Bij het thema anders zijn zie je dan bijvoorbeeld woorden van ‘Ik ben de enige’, ‘Ik ben gek’, ‘Ik ben raar’. Het thema van het hebben van een geheim bevat een categorie geen woorden voor. Het karakter uit het boek kan worden gemanipuleerd of wordt bedreigd en is bang voor onbekende gevolgen. Dat zie je in de boeken terug in de vorm van ‘geen geluid uit kunnen brengen’ en ‘een keel die dicht zit’.
Drie processen van bibliotherapie
Belangrijk bij bibliotherapie is dat iemand zich op een veilige manier kan herkennen in een verhaal. Dat een kind zich kan identificeren met een karakter uit het boek is de eerste stap. Wanneer een kind emotioneel betrokken raakt bij het verhaal, dan spreek je van ‘catharsis. Vervolgens kan er een stukje inzicht ontstaan, waarbij een kind bijvoorbeeld leert dat het dus niet de enige is, maar ook coping strategieën aanleert zoals erover praten. Danja: “In die boeken zie je het erover praten de hele tijd terug, in zinnetjes zoals ‘het is niet jouw schuld’ en ‘dat had de ander nooit mogen doen’.”
Adviezen voor de professional
Wanneer je als professional samen met kinderen zo’n verhaal leest, is het volgens Danja om te beginnen een voorwaarde dat je affiniteit met boeken hebt. En dat je sensitieve technieken beheerst om het kind ruimte te geven, waarbij het vooral belangrijk is dat het kind zich veilig blijft voelen. Je moet goed kunnen waarnemen en dingen durven te bespreken. Ook een terugkoppeling naar de ouders is gewenst. Danja: “Je kunt dan samen dat thema en de emoties echt gaan verkennen door vragen te stellen. Bijvoorbeeld of er nog andere emoties zijn die hebben gespeeld.”
De thema’s de enige zijn en de emoties schuld en schaamte kwamen relatief weinig terug in de boeken. “Maar dat hoeft geen probleem te zijn. Je kunt als professional het kind helpen met herkenning door te vertellen dat het boekje niet voor niets geschreven is, dat er meer kinderen zijn die dit hebben meegemaakt,” vult Danja aan. “Daarmee sluit je aan bij het kind door het op die manier te benoemen.” Dit geldt ook voor de categorieën schaamte en schuld van het thema emoties.
Vervolg
Danja zou het mooi vinden als bibliotherapie als behandelvorm binnen organisaties die gespecialiseerd zijn in trauma bekender wordt en breed gedragen door professionals, vooral gedragswetenschappers. Danja: “Het inzetten van boeken, dat kan echt op elk gebied.” Ook zou het goed zijn als auteurs dit onderzoek lezen. Onderwerpen die nu weinig voorkomen in de boeken, kunnen dan wellicht in nieuwe boeken worden opgenomen. Voor de toepasbaarheid van bibliotherapie is Danja een voorstander van het creëren van een plek waar je als professional ideeën kunt uitwisselen en waar je bijscholing op dit gebied kunt vinden.
Benieuwd naar de hele thesis?
De thesis ‘Bibliotherapie: kinderboeken en seksueel misbruik’ van Danja de Groot is te vinden in de databank van de Rijksuniversiteit Groningen. Hier kun je de thesis direct inzien.
Tekst: Marleen Vermeulen