Laurens: “Als je open bent, krijg je ook een open houding terug”

Orthopedagoog Laurens Meijer noemt zichzelf een vrij analytisch ingesteld mens. In de praktijk ondervond hij het belang van het opbouwen van een band met kinderen, jongeren en hun naasten. “Ieder mens wil gehoord worden, zo simpel is het eigenlijk.”

 

Aanvankelijk wilde Laurens het onderwijs in. Via het vmbo en het mbo kwam hij op de Pabo terecht, maar daar kwam hij erachter dat hij iets anders wilde. “Bij de ontwikkeling van kinderen speelt het onderwijs natuurlijk een belangrijke rol, maar er zijn zoveel meer zaken waardoor kinderen worden gevormd. Ik was echt op zoek naar die brede blik. Als pedagoog kijk je naar alles. Wat me ook frustreerde aan het onderwijs, zo merkte ik tijdens mijn stage, is dat ik weinig invloed had als kinderen problemen hadden. Dan werden ze bijvoorbeeld naar de huisarts doorverwezen, terwijl mijn handen jeukten om er zelf mee aan de slag te gaan.”

 

En dus koos Laurens voor een andere route: hij besloot pedagogiek te gaan studeren. Anderhalf jaar geleden studeerde hij af en kwam hij als behandelaar terecht bij de orthopedagogische praktijk Mischa Wink, met vestigingen in Maarn en Lekkerkerk. Die richt zich op kinderen en jongeren met allerlei problematieken, zoals autisme, angstklachten en depressie. Laurens ging in Lekkerkerk aan de slag, hij vertelt dat hij zich er vrij snel op zijn plek voelde. “Tijdens mijn studie draaide het logischerwijs heel erg om diagnostiek, je ging echt de wetenschappelijke diepte in. Dus toen ik aan de slag ging, was ik een beetje huiverig voor een praktijk waarbij het voornamelijk draait om diagnoses stellen, met andere woorden: vinkjes zetten en labeltjes plakken.”

 

Dat bleek niet het geval. Mischa Wink legt juist de nadruk op het contact met jeugdigen en hun naasten, in de meeste gevallen zijn dat de ouders. Laurens: “De hoofdbehandelaar adviseerde me om terug te gaan naar de basics: wat doen mensen en wat hebben ze nodig? Ieder mens wil gehoord worden, dus begin daarmee. Je probeert contact te maken, een band op te bouwen. Natuurlijk speelt het stellen van een diagnose mee in je achterhoofd, maar de communicatie is je vertrekpunt.”

 

Intervisie

 

Laurens voelt zich goed bij die manier van werken. Waarom? “Als je open bent, krijg je ook een open houding terug. Als het om de relatie met ouders gaat, erkennen we gewoon dat het heel lastig is om een kind te hebben met autisme, ADHD of een andere problematiek. Ook al doen ouders dingen die ik echt niet zou adviseren, en de wetenschap al helemaal niet, dan nog keur ik dat gedrag niet meteen af. Ik stel dan voor dat we gaan praten over hoe we de situatie kunnen verbeteren met elkaar. Dat werkt, is mijn ervaring.”

 

Tegelijkertijd vraagt die aanpak nogal wat van je, want door de relatie die je met kinderen, jongeren en ouders aangaat, kun je ook gemakkelijk persoonlijk betrokken raken. Dat is zo, zegt Laurens, en hij zou niet anders willen. Gelukkig zijn er binnen de praktijk genoeg checks en balances om te voorkomen dat je je professionele distantie verliest, legt Laurens uit. “We werken in een klein team dat bestaat uit een hoofdbehandelaar, een psycholoog, een ambulant begeleider en een stagiair. De lijnen zijn kort. Soms komt een collega de behandelkamer uit en dan zie ik meteen hoe zij zich voelt. Dan is het fijn om even met elkaar te kunnen praten. Daarnaast hebben we om de week intervisie met elkaar, waarin we alles goed door kunnen spreken. Omdat we zo op de mens zitten, is het wel echt cruciaal dat we dat soort gesprekken hebben.”

 

Geef me de vijf

 

Gevraagd naar een cliënt die indruk op hem heeft gemaakt, noemt Laurens een jongen met autisme in de basisschoolleeftijd. “Die jongen vond het moeilijk om zijn emoties te reguleren, waardoor hij soms agressief werd. In het begin werd hij een keer heel boos in de behandelruimte. Logisch, want het is toch een stress-situatie. Vervolgens ben ik met de ouders verder gegaan met de ‘Geef me de vijf’-methodiek, waarmee je in het kort gezegd leert om de door de bril van je kind naar de wereld te kijken. Geleidelijk merkte ik dat hoe langer ik met de ouders bezig was, hoe minder ik aan het woord kwam. Dan zeiden de ouders: we zijn tegen een lastige situatie aangelopen, maar we denken dat het op deze manier kunnen oplossen. Op een gegeven moment had ik er vrijwel niets meer aan toe te voegen. Dat is precies wat we beogen: we zetten ouders in hun kracht, zodat ze op die manier de situatie kunnen verbeteren. Gelukkig gaat het nu goed met deze jongen.”

 

Laurens is gefascineerd door autisme, niet in de laatste plaats doordat zijn oudere broer ook autisme heeft. “Ik denk niet dat ik om die reden voor dit vak heb gekozen, maar ik denk wel dat ik door mijn broer in een praktijk werk die autisme als specialisatie heeft. Ik zie het als een uitdaging om te zorgen dat de spreekwoordelijke emmer bij jongeren met autisme niet overloopt en probeer ze handvatten te geven om die precaire balans zelf te kunnen bewaren.”

 

In zijn vrije tijd ontspant Laurens onder andere door te gamen en af en toe naar YouTube-video’s te kijken (hij schreef zijn masterthesis over de relatie tussen gamen en geweld). Bijkomstig voordeel: dat helpt hem ook in het contact met cliënten. “Ouders weten vaak wel dat hun kinderen Fortnite spelen, maar verder komen ze meestal niet. Als ik dan de naam van een bepaald dansje in Fortnite kan noemen, of een YouTuber die veel Fortnite-video’s maakt, dan helpt dat wel om de band met cliënten te versterken. Ook bij meisjes lukt dat trouwens, omdat ik soms met mijn vriendin op YouTube meekijk naar beauty-video’s en andere filmpjes die meisjes meer aanspreken. YouTubers zijn toch de sterren van nu, ik praat daar graag met kinderen over door en probeer te achterhalen waarom ze bepaalde video’s leuk vinden.”

 

tekst: Raymond Krul

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen