Ruth: “Verzuim is vaak een signaal dat er iets aan de hand is”

Studenten uit heel Nederland kiezen vaak bewust voor een opleiding aan het ‘groene’ Helicon MBO in Velp. Ze weten zelf al dat werken in of met de natuur hen goed past. De meesten vinden zelf hun weg op school, maar ongeveer één op de tien heeft ondersteuning nodig van het ZorgTeam. Zorgcoördinator/orthopedagoog Ruth Heesen: ‘Hier heb je allerlei soorten problematiek in een niet-klinische setting.”

 

“Drie uur reizen per dag, van huis naar school en weer terug. Zoveel hebben sommige studenten over voor hun opleiding aan wat voorheen de middelbare bosbouwschool heette. Hun keuze is een heel bewuste: werken in de natuur geeft hen rust. Anderen kiezen in de eerste plaats voor de kleine school, en daarna pas voor een van de studierichtingen. Bij ons verzuip je niet zoals op een groot ROC. Soms zijn ze vastgelopen op de drukte van de gewone middelbare school, of ze hebben een pestverleden. Op Helicon MBO Velp wordt nauwelijks gepest. Je mag hier jezelf zijn. Het is veilig.

 

De school is onderdeel van een groep van vier VMBO’s en negen MBO’s in Gelderland en Brabant. De organisatie heeft één gezicht naar buiten, met veel vrijheid binnen de afzonderlijke vestigingen. Die in Velp was vroeger de middelbare bosbouwschool. In totaal werken bij Helicon zeven orthopedagogen, die een paar keer per jaar bij elkaar komen. De zorgcoördinatoren en de interne teams met schoolmaatschappelijk werkers en intern begeleiders overleggen veel vaker, van dagelijks tot wekelijks.

 

 

Geen label

 

Al bij het aanmeldingsgesprek praat het zorgteam mee. Ik sta heel erg achter het idee van passend onderwijs. We vragen aan studenten of ze begeleiding of hulp nodig hebben, zonder het over een ooit gestelde diagnose te hebben. Ik ben niet zo van de klinische testen en cijfertjes, ik geloof niet dat je iemand zo simpel kunt vastleggen. En de uitslagen gaan vaak een eigen leven leiden. Mensen vinden er iets van wanneer je gelabeld bent als iemand met autisme of borderline syndroom. Zelfs sommige docenten praten in diagnoses: ‘Oh, die heeft autisme, ik zag het meteen’. We willen van de studenten weten hoe hun schoolloopbaan tot nu toe verlopen is, welke hulp ze kregen en hoe dat werkte. We zoeken ook contact met de vorige school voor een warme overdracht, zodat we met een zo compleet mogelijk beeld starten. Dan bekijken we wat ze nú nodig hebben en hoe we dat kunnen vormgeven.

 

Overzicht krijgen

 

Studenten hebben allerlei soorten problematiek. Ik vind het mooi om hen bij ons op school te helpen hun zelfvertrouwen te herstellen. Gewoon in een begeleidingsgesprek. Daardoor voelt het voor hen ook niet als klinische hulpverlening of als therapie. Ik help hen overzicht te krijgen en de volgende stap te bepalen. Misschien moeten hun rooster of vakken aangepast worden. Misschien moeten docenten of klasgenoten geïnformeerd worden wanneer iemand snel geprikkeld raakt door geluiden of licht. Want als iedereen het weet, is het veel gemakkelijker om er mee om te gaan.

 

Geen onwil, maar onmacht

 

Bij onze docenten werk ik vooral aan het kweken van meer begrip. Ze zijn heel betrokken, maar komen voornamelijk uit het werkveld. Ze willen kennis overdragen. Zaken als didactiek en pedagogiek, mentorschap en coaching, afwisseling in werkvormen tijdens de les: dat vinden ze weleens lastig. Docenten zijn uiteraard ook verschillend. Dierverzorgingsdocenten vragen vaak zelf om advies. Natuurbeheerders  daarentegen vinden eerder dat je niet moet zeuren en gewoon lekker doorgaan, want zo is het in het werkveld ook. Natuurlijk moeten studenten daar mee leren omgaan. Maar bij echt zware problemen willen we die boven water krijgen. Ik kan docenten helpen begrijpen dat bepaald gedrag geen onwil is, maar onmacht, en hen mee proberen te krijgen in een andere aanpak.

 

Minimaal duwtje in de rug

 

Zo hadden we hier een meisje dat van het speciaal middelbaar onderwijs kwam. Daar had ze het prima gedaan, na vier of vijf jaar in hetzelfde systeem en met alle begeleiding en persoonlijke aandacht die ze konden bieden. Bij het intakegesprek kwam niets bijzonders naar voren. Tot de kennismakingsweek. De overgang naar regulier onderwijs bleek voor haar toch megagroot. De drukte van nieuwe mensen, nieuwe systemen en een nieuwe mentor brachten haar in paniek. De mentor wist niet wat hij met dat huilende meisje aan moest. Toen heb ik haar eerst gerustgesteld en in een gesprek de dingen onder elkaar gezet die ze moest doen, en vervolgens de mentor erbij betrokken en gesprekken gevoerd met de ouders. Na een week huilen was haar paniek voorbij. Ik heb haar wel gevolgd tot het einde en geregeld gesprekken gehad met alle betrokkenen erbij. Met die begeleiding deed ze het vervolgens heel goed. Zij is zelfs versneld afgestudeerd, in twee jaar in plaats van drie, en is toen doorgestroomd naar het HBO. Met een minimaal duwtje in de rug heeft ze het super gedaan.

 

Afstemmen met ouders

 

Ouders moeten weten dat zij óók aan de bel mogen trekken en bij wie ze dat kunnen doen. Ze maken zich vaak zorgen en willen graag weten hoe ze hun kind kunnen helpen. We stemmen onze begeleiding zoveel mogelijk met hen af. We laten ook steeds meer weten dat we bestaan. We zijn erbij tijdens open dagen en organiseren een extra ouderavond, waar ze het zorgteam kunnen ontmoeten.

 

Verzuim als signaal

 

Verzuim is vaak een signaal dat er iets aan de hand is. Hoe dan ook willen we dat boven tafel krijgen. Daarom houden we elke les bij wie er is. Zestien uur verzuim binnen vier weken beschouwen we al als een signaal. Iemand van het zorgteam voert dan een verzuimgesprek, om te achterhalen wat er speelt en hoe we kunnen helpen. Als er veel aan de hand is word ik erbij betrokken. Bijvoorbeeld bij sociale angst, overbelasting/burn-out, depressie, gedragsproblemen, concentratieproblemen of leerproblemen zoals een taalontwikkelingsstoornis. Maar laatst was er ook een mannelijke student die een meisje wil worden en net dat complexe fysieke, emotionele en psychische traject is begonnen. Zoals ik al zei, je komt in het onderwijs echt alles tegen. Dan starten we een begeleidingstraject.  Bij ongeoorloofd verzuim krijgt de student een forse waarschuwing en kan het dat we een leerplichtambtenaar inschakelen.

 

Burn out

 

Heel heftig is de problematiek van jongeren die depressief zijn of erg prikkelgevoelig. Burn out komt vaak voor. Ik denk dat de smart phone daarin een belangrijke factor is. Altijd maar leuk over moeten komen online, alles meteen op kunnen zoeken, een constante stroom geluiden. Tel daar bij op een oneindig aantal beroepen om uit te kiezen en hoge verwachtingen van ouders. Nooit eens even helemaal niets doen. Onder zaken als depressie, uithuisplaatsing en zelfs zelfmoord ligt vaak overbelasting. Alcohol en drugs kunnen een soort zelfmedicatie zijn om eindelijk rust in hun hoofd te krijgen. Voor deze studenten hebben we een time out-traject ontwikkeld. Dat betekent dat ze soms wel een jaar thuis zitten, of maar een paar uur les per dag krijgen om opnieuw te wennen aan het schoolleven.

 

Hulp vragen normaal

 

Waar het kan werken we samen met andere organisaties in de regio. Met leerplichtambtenaren, met de afdeling Jeugdzorg van de gemeente, met een schoolarts van de GGD, de maatschappelijk werkster van Jeugdhulpverlening, met psychologen in de omgeving. De financiering kan lastig zijn, omdat we studenten van heinde en verre hebben en onze eigen gemeente daar niet altijd voor wil betalen. Maar we bieden nu begeleiding aan zo’n 75 van onze 850 MBO-studenten. Best veel, en dat heeft te maken met het beroepsveld en het feit dat het Helicon Velp een kleine school is. Je zou zeggen dat bij zulke aantallen het heel normaal is om om hulp te vragen. Maar desondanks bereiken we niet iedereen. Want als studenten niet willen….”

 

tekst: Wilmie Geurtjens

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen