“Staar je niet blind op regeltjes en protocollen”

Schoolbesturen zijn verplicht om de functiebeschrijvingen van alle onderwijsondersteuners in het primair onderwijs opnieuw onder de loep te nemen. Dat is een van de afspraken uit de cao primair onderwijs, die in december 2019 is afgesloten. Doel van deze afspraken is o.a. dat ondersteuners meer doorgroeimogelijkheden krijgen. Orthopedagoog Lea Aarts en directeur-bestuurder Hans Fuchs van Stichting OBS Helmond vertellen hoe zij omgaan met het hele vraagstuk van functiewaardering.

 

Lea Aarts en Hans Fuchs, haar baas, zitten behoorlijk op één lijn: je doet je werk samen, in een team. En dat betekent dat je je niet blindstaart op een functiebeschrijving. “Voor mij is het simpel”, zegt Hans, “Onze stichting bestaat uit zeven scholen en eenentwintighonderd leerlingen. Voor die leerlingen doen we het allemaal. We zijn met tweehonderdvijftig personeelsleden bezig om een gezamenlijk doel te halen en daarbij mag niemand zich alleen voelen. Als je een bepaalde rol vervult, dan vind ik dat je daar in eerste instantie zélf over moet nadenken. Dat nadenken is veel interessanter dan de precieze functieomschrijving. Want dan bestaat de neiging dat je te veel op je expertise gaat zitten en dan ben je al bijna in alibi’s aan het denken. Bovendien: al die regeltjes zijn bedacht door mensen die veel te veel tijd hebben om erover na te denken. Het is een papieren werkelijkheid.”

 

“Onze stichting heeft er op een gegeven moment bewust voor gekozen een orthopedagoog in dienst te nemen”, vult Lea aan. “Daar zat echt een visie achter. Samen met de coördinator passend onderwijs en de ambulant begeleidster gedrag vorm ik een team, waarbij we elkaars rollen regelmatig overnemen en met elkaar meedenken. Dat is wat Hans bedoelt. Je probeert samen het beste resultaat te bereiken voor de kinderen.”

 

Hans: “Precies. Als er een leerling is met wie het niet zo goed gaat, dan roep je een aantal mensen bij elkaar: de leerkracht, IB’er, orthopedagoog en anderen. Als iedereen zich bij zo’n gesprek gaat afvragen of welk terrein hij of zij bevoegd is, dan raak je elkaar onherroepelijk kwijt. En dan moet je niet in de valkuil trappen door te zeggen: we gaan nog eens precies opschrijven wie wat mag doen. Nee, je kijkt naar het kind en probeert met elkaar meteen in het hart van de problematiek te komen.”

 

Advies gevraagd

 

Dat klinkt mooi, maar die functiebeschrijving moet er uiteindelijk toch komen – inclusief de bijbehorende arbeidsvoorwaarden. En hij moet in de kern recht doen aan de werkzaamheden. Lea nam haar eigen functie in 2016 onder de loep en de beschrijving is anno 2020 nog verrassend accuraat, vertelt ze. Hoe pakte ze dat aan? “Ik heb een aantal voorbeelden gegoogeld. En ik heb advies gevraagd bij de NVO, de beroepsvereniging die de belangen van pedagogen en onderwijskundigen behartigt. Ik heb een voorstel gemaakt en dat daarna met Hans besproken. Dat gesprek verliep eigenlijk vrij soepel.”

Hans: “Op dat moment werkte ik nog maar net bij de stichting en Lea en ik kenden elkaar nauwelijks. Maar toch probeerde ik haar vertrouwen te geven, want dat is belangrijk. Je wilt namelijk niet dat ze gaat opschrijven wat ik wil, maar dat ze opschrijft hoe ze zelf haar functie ziet.”

 

Eerst visie op jezelf

 

Als Lea één gouden tip aan collega-(ortho)pedagogen moet geven die voor hetzelfde traject staan, dan is het deze: begin met de visie die je op jezelf en je functie hebt. “Denk na over wat jouw rol is als orthopedagoog binnen jouw organisatie. En bedenk welke toegevoegde waarde je kunt hebben. Als je er op die manier over nadenkt, kun je van daaruit je werkzaamheden op papier zetten en gaan nadenken in welke regeltjes die precies vallen en hoeveel punten je daarmee scoort als het om de waardering gaat. Begin je andersom, namelijk bij de concrete werkzaamheden, dan verzand je als snel in discussies over wat je nu wel en niet precies doet. Het heeft gewoon geen zin je blind te staren op regeltjes en protocollen. In mijn werk is het afgelopen jaar best een en ander veranderd, maar toch voldoet de functiebeschrijving nog. Want het gaat om het algemene verhaal.”

 

Een tip voor onderwijsbesturen heeft Lea ook. “Als je als bestuur pedagogen in dienst neemt, dan zit daar als het goed is een visie achter en dan hoort daar een bepaalde zorgstructuur bij. Die structuur zou je terug moeten zien in het organogram. Als dat het geval is, dan is het al makkelijker om daar functies en functiebeschrijvingen onder te hangen. En zal het gesprek daarover ook soepeler gaan. Maar er zijn ook besturen die orthopedagogen in dienst nemen en ze vervolgens betalen als een LA- of LB-functie. Dan ben je naar mijn mening op de verkeerde weg.”

 

Lea en Hans werken fijn samen en er is wederzijds vertrouwen. Dat vertrouwen ontstaat niet zomaar, legt Hans uit. “Je moet er als bestuurder wel energie in steken. Het duurt natuurlijk best even om uit je specifieke rol te komen, want medewerkers halen ook legitimiteit uit hun functieomschrijving. Maar ik zeg: als je medewerkers om het minste of geringste met hun functiebeschrijving gaan zwaaien, zit er iets niet goed in de organisatie.”

 

Samen echt aandacht voor de kinderen

 

Lea begon als leerkracht, maar uiteindelijk werd ze orthopedagoog omdat ze de behoefte voelde om dieper op bepaalde vraagstukken in te gaan. Deze rol heeft ze zowel van binnen de school als externe uitgeoefend. Lea geeft daarbij de voorkeur aan in dienst zijn van de school.

“Ik ken de directeuren, de leerkrachten, we vertrouwen elkaar en vormen een team. Doordat we samenwerken kunnen we echt aandacht besteden aan de kinderen. Als ik het nodig vind om nog drie keer terug te gaan naar een kind, dan doe ik dat. Voor mijn gevoel kan ik dan echt recht doen aan de onderzoeksvraag en dus aan het kind en word ik bijvoorbeeld niet beknot door vooraf ingekochte uren.”

 

Handelingsmodel

 

Een bemoedigende trend die Lea signaleert is dat de diagnostiek zich weg beweegt van het medische model en zich steeds meer richt op het handelingsmodel. “Het gaat er niet om of een kind ADHD heeft, het gaat erom dat hij problemen heeft met onder andere het richten van de aandacht. En dan ga je vervolgens kijken: wat kan wél? Ook de coronacrisis heeft wat dat betreft voor nieuwe inzichten gezorgd. Sommige kinderen vonden het ontzettend fijn om hun taken zelf in te delen, andere misten de structuur van school juist enorm. Dat heeft ons wel geïnspireerd om nóg meer vanuit het kind te gaan denken: waar worden kinderen gelukkig van en hoe kunnen wij ze daar optimaal bij helpen?”

 

Tekst: Raymond Krul

 

Actualisatie functiebeschrijving primair onderwijs

 

Op 26 mei 2020 organiseerden NVO en NIP een webinar over de actualisering en herwaardering van de functie gedragswetenschapper in het onderwijs. Daarbij werd ingegaan op hoe functieomschrijvingen tot stand komen, welke invloed jij daarop kunt hebben en hoe je daar het beste het gesprek over aan kunt gaan. Naar aanleiding van dit webinar hebben wij Lea en Hans geïnterviewd om ook een praktisch voorbeeld aan te kunnen dragen hoe een dergelijk proces in zijn werk gaat. Wil jij net als Lea stevig aan tafel zitten bij jouw gesprek over de actualisering en herwaardering van jouw functie als gedragsdeskundige? Als lid van de NVO kun je de webinar en aanvullende informatie hier terugvinden.

 

 

Deadline gesprekken verruimd

 

Aanvankelijk moesten schoolbesturen hun functiebeschrijvingen voor 1 augustus 2020 op orde hebben, maar vanwege de coronacrisis is de deadline verschoven naar 1 november van dit jaar. Het is belangrijk om niet af te wachten, maar zelf het initiatief te nemen tot een gesprek. Dan kun je ook invloed uitoefenen op het resultaat. Aanpassingen aan de functiebeschrijving en waardering gaan altijd met terugwerkende kracht in vanaf 1 augustus 2020.

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen