
Winny: “Hoogbegaafdheid is een talent”
Orthopedagoog Winny Bosch-Sthijns is expert op het gebied van hoogbegaafdheid. In vergelijking met een aantal jaren geleden is er al veel meer begrip voor hoogbegaafde kinderen, maar de complexe regelgeving vormt nog wel eens een obstakel om ze goed te begeleiden. “Ik ga met mijn team door het vuur voor de kinderen.”
Van origine is Winny Bosch-Sthijns leerkracht, zo vertelt ze. “Ik heb jaren voor de klas gestaan, maar het frustreerde me op den duur dat ik kinderen die extra ondersteuning nodig hadden niet direct kon helpen. Dit heeft me doen besluiten een studie orthopedagogiek te gaan doen, eerst hbo en daarna de universiteit. Ik ben dus vrij breed dit vak in gegaan en dat is goed. Het specialisme hoogbegaafdheid heeft zich in de loop der jaren op een natuurlijke manier ontwikkeld bij mij.”
In 2002 startte Winny haar eigen praktijk op het gebied van hoogbegaafdheid in Cadier en Keer, IE Quest, die ze op dit moment runt met drie collega’s vanuit Maastricht en Heerlen. Daarnaast begeleidt ze als specialist hoogbegaafdheid namens een schoolbestuur leerkrachten en leerlingen binnen de bovenschoolse plusgroepen en is ze landelijk trainster van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. “Dat doe ik omdat ik zo de band met het onderwijs blijf houden. Dat is in mijn werkveld belangrijk, want het onderwijs speelt een cruciale rol bij de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Daarnaast vind ik het ook gewoon leuk, want ik ben en blijf in hart en nieren een onderwijsmens.”
Die betrokkenheid bij het onderwijs is belangrijk, want goed samenwerken met het onderwijs is cruciaal, zegt Winny. “Het gaat erom dat je elkaar respecteert en je samen zorg deelt voor het kin(d. Dat proberen wij als externe praktijk iedere dag te doen en het gevolg is dat je merkt dat een goede relatie met scholen daadwerkelijk iets oplevert. Dan kun je echt selecteren en zeggen: voor deze kinderen is passend onderwijs niet meer toereikend, nu gaan we verder met een externe praktijk. Maar ik geef ook toe: het is ingewikkeld en partijen zijn erg zoekende – juist vanwege de bureaucratische molen.”
Preventief aan de slag
“Hoogbegaafdheid is een talent”, zegt Winny gedecideerd. En het is de uitdaging voor het systeem van het kind – zoals ouders en leerkrachten – om ervoor te zorgen dat hoogbegaafde kinderen ook echt tot hun recht komen. “Het is de kunst om daar op de juiste momenten preventief mee aan de slag te gaan. Dat is zeker niet makkelijk, maar als het lukt dan ontwikkelen hoogbegaafden zich tot mensen die goed in hun vel zitten en prima kunnen functioneren in de maatschappij.”
Binnen haar werk is het diagnosticeren een wezenlijk onderdeel van de handelingsgerichte diagnostiek. Waar Winny echter terughoudend in is, is het plakken van etiketten. “Het gaat immers niet om het label, maar om wat een kind nodig heeft. Wat is zijn of haar behoefte, wat zijn de sterke kanten en wat de zwakke? Wat kun je stretchen om tot betere leerresultaten te komen en wat juist niet? Als je zo naar een kind kijkt en daarop handelt, dan zie je vanzelf dat een kind zich gaat ontwikkelen. En als dat gebeurt, kunnen ze ook eindelijk gaan genieten.”
Door haar jarenlange ervaring weet Winny inmiddels aardig goed wat de werkende factoren zijn bij het begeleiden van hoogbegaafde kinderen. Goede werk- en leerstrategieën bijvoorbeeld. Want cognitief zijn hoogbegaafden sterk, ze krijgen het alleen vaak niet op papier. “Wij hebben daar leermethoden en andere instrumenten voor scholen voor ontwikkeld, dat vind ik zelf een van de sterke punten van mijn praktijk: dat we gespecialiseerd zijn in hoogbegaafdheid in al zijn facetten. We doen (wetenschappelijk) onderzoek, ontwikkelen methodes, we doen diagnostiek en we begeleiden en behandelen hoogbegaafden. Het is voor ons steeds weer een zoektocht naar de balans tussen intelligentie en emotie, waarin het kind centraal staat. Ieder kind is uniek, dus moet de zorg ook op maat gemaakt zijn. IE Quest zoekt naar de juiste aanpak met respect voor het kind en zijn omgeving.”
Grens gesteld
Winny praat over een meisje van 8 dat ze al enige tijd begeleidt. Juist de coronaperiode heeft ervoor gezorgd dat er een doorbraak kwam. “Door haar slimheid speelde deze dame haar ouders heel handig tegen elkaar uit. Ze was al een paar keer van school gewisseld en vervolgens gingen de ouders ook uit elkaar, waardoor haar gedrag alleen maar problematischer werd. Door het videobellen tijdens corona kregen we opeens een kijkje in de keuken en zagen we voor onze ogen gebeuren hoe het meisje zich gedroeg en hoe de ouders daarop reageerden. Toen hebben we tegen de ouders gezegd: we willen nog steeds helpen, maar dan moeten jullie nu wel bepaalde zaken anders aanpakken. Dus we hebben echt een grens gesteld. Gelukkig hebben de ouders dat opgepakt. Vandaag kreeg ik voor het eerste een positief bericht van school: ze doet het goed en haar gedrag is veranderd. Dat is mooi om te horen, maar we zijn er nog niet!”
Ze praat met veel genegenheid over de kinderen die ze begeleidt. De passie voor kinderen is wat haar drijft, zegt Winny. “Gelukkig is er al veel meer begrip voor hoogbegaafdheid dan een paar decennia terug, maar er valt natuurlijk nog genoeg te verbeteren. Ik ga met mijn team door het vuur voor de kinderen. Er is geen wet of regeling die ons tegenhoudt en desnoods gaan we dwars door een muur heen om iets voor elkaar te krijgen. We zoeken en denken in oplossingen, gericht op het bieden van zorg op maat. Onze passie voor kinderen staat daarbij altijd voorop.”
Rechten voor de Mens
Een groep ouders heeft onlangs een procedure bij het College voor de Rechten van de Mens aangespannen om hoogbegaafdheid als handicap erkend te krijgen. Op die manier hopen ze passend onderwijs voor hun kinderen af te dwingen. Wat vindt Winny daarvan? “Ik vind zo’n rechtszaak best ver gaan, maar ik begrijp de ouders goed, want hoogbegaafdheid belandt vaak tussen wal en schip, tussen onderwijs en jeugdhulp. Dat komt omdat hoogbegaafdheid geen DSM-5-classificatie heeft. De ouders gaan naar de rechter omdat ze dezelfde rechten willen hebben als andere ouders. Eerlijk gezegd vraag ik me af of een classificatie de juiste weg is. Dyslexie heeft nu ook een classificatie, maar als je ziet hoe lang het heeft geduurd voordat het daadwerkelijk goed geregeld was in het onderwijs, dan denk ik: nee, dit zou niet de weg voor hoogbegaafdheid moeten zijn. Wat ik wél een goede ontwikkeling vind, is dat je de aanpak van dyslexie vanuit de Jeugdwet in aparte contracten kunt regelen en dan word je dus expert op dat gebied. Met mijn praktijk heb ik een dusdanige erkenning en bekendheid dat ik daar op het gebied van hoogbegaafdheid graag een voortrekker in zou willen zijn, liefst in samenwerking met de NVO en andere professionals.”
Samen ontwikkelen
Winny houdt haar vakbekwaamheid bij in de NVO-Kwaliteitsregisters. Ook maakt ze deel uit van de klankbordgroep Kwaliteitsregisters. “Toen ik bezig was met mijn herregistratie, kwam de klankbordgroep op mijn pad. Erg leuk en handig, want je bepaalt zelf wanneer je tijd besteedt aan de klankbordgroep.”
Ze zou het leuk vinden als de NVO meer initiatieven neemt om samen met de leden beleid te ontwikkelen. “Ik woon in Zuid-Limburg, dus voor mij is het best onpraktisch om fysiek afspraken te maken. Maar deze tijd van corona heeft geleerd dat het online ook prima kan. Ik zou graag samen met andere NVO- leden nadenken en ontwikkelen, dat lijkt me ontzettend leuk.”
Tekst: Raymond Krul