Cruciaal beroep in de GGZ en tóch niet mogen doen wat je kunt

Een specifiek hiervoor toegeruste beroepsgroep mag niet de regiebehandeling op zich nemen voor GGZ-hulp aan hele gezinnen, jong volwassenen en mensen met een licht verstandelijk beperking.Terwijl er al wachtlijsten zijn en de zorgvraag in de GGZ door de corona-crisis zal toenemen. Onacceptabel, zeggen Simone Dust en Marjolein Siemons, beiden orthopedagoog-generalist.

 

Drie maanden geleden klonk in heel Nederland een hartverwarmend applaus voor de helden in de zorg. Terecht. Zelden was duidelijker hoe belangrijk zorgverleners zijn. Zelden was er sprake van zo veel motivatie en van zo veel samenwerking tussen beroepsgroepen in de ziekenhuizen. En dat is er nog steeds. Iedereen doet wat hij of zij kan.

 

 

Onnodige bureaucratie

 

Marjolein: “Helaas gaat dat in de GGZ, anders. Terwijl de nood hoog is: zo toont recent onderzoek van Mind, de belangenbehartiger van mensen met psychische problemen, dat steeds meer mensen met geestelijke problemen hun klachten zien toenemen. Ze krijgen niet meer de zorg die ze nu willen en nodig hebben.” Nu zorgt onnodige bureaucratie ervoor dat een complete beroepsgroep niet mag doen wat ze wel kán.

 

 

Eén gezin, één regiebehandelaar

 

“Zo sprak ik onlangs een vader van een cliënt die herkende wat zijn zoon had meegemaakt, en ook graag door één van ons behandeld wilde worden. In het kader van één gezin, één regiebehandelaar zou dat mooi zijn, maar dat ging niet door. De vader was immers 18+, en dan mag ik als orthopedagoog-generalist dat voor hem niet zijn”, aldus Marjolein.

 

 

Simone haakt aan: “Een cliënt werd laatst zelf 18 en kreeg een extra behandelaar toegewezen – de regiebehandelaar. Je moet dan uitleggen wat een regiebehandelaar is en wat die doet. Namelijk: het hele zorgproces in de gaten houden, en tegelijk een deel van de inhoudelijke behandeling op zich nemen. Voor iedereen is dat al lastig te begrijpen en zeker voor mensen met een verstandelijke beperking. Bij deze cliënt ging het gesprek ongeveer zo: “Waarom dan?” “Omdat het moet. Maar alleen op gezette tijden.” “Waarom moet dat dan?” “Voor de verzekeraar.” “Wat heeft die dan met mij te maken? Wat wil die nog meer van mij weten?” Dat is voor niemand te volgen.”

 

 

Zorgverzekeraars

 

Tot 2017 kon de orthopedagoog-generalist ‘gewoon’ hoofdbehandelaar in de basis GGZ zijn. Inmiddels heet dat regiebehandelaar. Wie nu in de GGZ regiebehandelaar wil zijn in dit soort situaties, moet in het BIG-register staan. Per 1 januari 2020 staat de OG in de BIG, dat heeft de politiek vorig jaar besloten. Maar om regiebehandelaar voor volwassenen te kunnen zijn, moeten OG’ers in de GGZ óók opgenomen in het Kwaliteitsstatuut-GGZ. Daarvoor moet een onduidelijke procedure worden doorlopen die sinds 2017, het jaar waarin dat Kwaliteitsstatuut van kracht werd, nog steeds nergens is belegd. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet bij de politiek, maar bij branche-, beroeps- en cliëntorganisaties en bij zorgverzekeraars.

 

Simone en Marjolein begrijpen er niks van: “Waarom kunnen zij niet afstappen van de door henzelf opgelegde procedures? Een Word-document openen, en de woorden orthopedagoog en generalist toevoegen aan de lijst van beroepen die regiebehandelaar mogen zijn? Document sluiten en klaar. Het is onbegrijpelijk dat dat niet gebeurt, door partijen die toch allemaal hart voor de zorg zeggen te hebben.”

 

 

In beton gegoten Kwaliteitsstatuut

 

Cliëntenorganisaties hebben hun steun al uitgesproken. Een partij als Zorgverzekeraars Nederland aarzelt echter, omdat onze beroepsgroep niet is toegerust voor álle psychische problemen bij álle cliënten in de GGZ. Maar geen enkele beroepsgroep kan passende zorg bieden voor alle problemen. Neem GGZ-zorg in hele gezinnen. Dat kan echt niet iedereen. Toch was dat geen belemmering om beroepsgroepen die daarvoor niet specifiek zijn opgeleid wél op te nemen in het Kwaliteitsstatuut-GGZ. Nederland heeft gezien hoe belangrijk het is dat professionals elkaars expertise benutten en zo veel mogelijk samenwerken. Het is zeer zorgelijk dat de ontwikkeling van de GGZ is gevangen in een in beton gegoten Kwaliteitsstatuut.

 

Marjolein: “Cliënten wil je hier niet mee belasten. Tegen de vader die graag dezelfde behandelaar als zijn zoon wilde, hebben we dat dan ook niet gedaan. We hebben gezegd dat ‘een collega’ het overneemt. Zo probeerden we het ook voor die vader kleiner te maken. Maar om het probleem op te lossen, moet je zoiets natuurlijk niet doen. Dan kun je beter dat Word-bestand van het Kwaliteitsstatuut aanpassen!”

 

 

 

 

Simone Dust is orthopedagoog-generalist en is teamleider bij De Waag, een organisatie voor forensische zorg.

 

 

 

 

 

 

Marjolein Siemons werkt als orthopedagoog-generalist en cognitief gedragstherapeut bij Molendrift, een brede hulpverleningsinstelling voor kinderen, jongeren en volwassenen.

 

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen