Trix: “Alles draait om communicatie”

Orthopedagoog Trix van Lieshout is medeauteur van het boek ‘Pedagogische adviezen voor speciale kinderen’, dat in 2018 is verschenen in de derde, herziene druk. “Het oplossingsgerichte werken is echt een gamechanger geweest.”

 

Trix van Lieshout was ruim 35 jaar actief als orthopedagoog en gezondheidszorgpsycholoog ten behoeve van het voortgezet (speciaal) onderwijs. De laatste jaren voor haar pensionering werkte ze voor het samenwerkingsverband dat passend onderwijs regelt voor de 24 VO-scholen en vier scholen voor voortgezet speciaal onderwijs in de regio Utrecht. Hoewel inmiddels gepensioneerd, is Trix nog altijd actief en betrokken bij haar vakgenoten. Zo geeft ze onder andere lezingen voor besturen, leerkrachten en studenten.

 

Trix denkt nog wel eens met enige weemoed terug aan de kleine scholen voor LOM-onderwijs waar ze een kleine dertig jaar werkte, zegt ze. “Er was er een met negentig leerlingen. Het was er veilig, er heerste een beetje een familiegevoel. Misschien was het soms zelfs iets té veilig. Toch streefden we ook toen al zoveel mogelijk naar terugplaatsing op het regulier onderwijs.”

 

Maar denk niet dat Trix iemand is die vroeger alles beter vond, integendeel. Ze is juist iemand die met een blik op de toekomst bezig is om haar vak te verbeteren. Zo is haar boek ‘Pedagogische adviezen voor speciale kinderen’ ook eind vorige eeuw ontstaan. “Ik werkte toen op twee VSO-LOM-scholen in Utrecht. De adjunct-directeur van een van die scholen vroeg: kun je niet eens wat lijstjes maken met praktische handreikingen en tips? Al snel vatte ik die taak breder op, want alleen lijstjes maken is niet heel wetenschappelijk. We hadden als scholen veel contact met Rutger Jan van der Gaag, destijds als kinder- en jeugdpsychiater verbonden aan het AZU, het huidige UMC, en zelf ook ooit begonnen in het onderwijs. Hij zei: wat een goed idee, hier zit het onderwijsveld op te wachten. Met zijn hulp en die van biopsycholoog, therapeut en schrijfster Martine Delfos heb ik er een boek van gemaakt dat vol staat met wetenschappelijke achtergrondinformatie, zoals oorzaken, behandelingen en prognoses, maar ook met concrete kijk- en handelingswijzers als mogelijke praktische handelingssuggessties voor professionals.”

 

Het werd een dik boek, want Trix is niet iemand van half werk. “Ik ben een pietje precies, het moet kloppen en volledig zijn. Ik heb er vele uren werk in gestoken, het is vooral een praktisch naslagwerk geworden en zo moet je het ook gebruiken. Ik wil professionals zoveel mogelijk concrete handvatten aanreiken. Ik ben er trots op, zeker als mensen in de praktijk me vertellen dat ze er veel aan hebben. ‘Je boek is mijn bijbel’, zeggen ze dan tegen me.”

 

Etiketteren

 

‘Pedagogische adviezen voor speciale kinderen’ is bedoeld als handboek en naslagwerk voor professionele opvoeders, begeleiders en leerkrachten. Van angststoornissen en depressie tot ADHD en agressie, het komt allemaal voorbij in het boek, dat gebruikmaakt van het DSM-5 classificatiesysteem. In 2018 verscheen de derde, geheel herzien druk, die Trix samen met psycholoog Ron van Deth maakte. We willen ook de nadelen van etiketteren bespreken, zo meldt de achterflap. Trix daarover: “DSM geeft een bepaalde (schijn)zekerheid, waarbij het voordeel is dat je vanuit een gemeenschappelijke taal spreekt.  Maar wat mij betreft zijn de nadelen van de labels in DSM groter dan de voordelen, want het stigmatiseert vaak en je legt de nadruk op de beperkingen van een kind in plaats van op de mogelijkheden. Bovendien kun je ‘afwijkend’ gedrag met diverse labels beschouwen als variaties van de normale ontwikkeling. Tenslotte: DSM is slechts een classificatie-model en geen diagnose-model.”

 

Trix vindt het een goede zaak dat steeds meer nadruk gelegd wordt op wat een kind wél kan. “De laatste jaren is zowel bij pedagogen als bij leerkrachten doorgedrongen dat je veel beter kunt kijken naar wat er goed gaat, wat wél werkt bij een kind en hoe je zo het kind en zijn omgeving kunt versterken. De-medicaliseren, ontzorgen, het zijn allemaal trends die ik toejuich. Die oplossingsgerichte manier van werken, waarbij hoort dat je veel met het kind praat, is echt een gamechanger geweest. Van stigma naar steun, zo zou je het treffend kunnen samenvatten. Toch ben ik niet per definitie tegen labels, voor sommigen kan het wel degelijk de weg zijn naar een oplossing. Het kan namelijk een goed startpunt zijn van waaruit je verder gaat kijken naar waar dit kind behoefte aan heeft. Je gaat vooral ook in samenspraak met hem of haar onderzoeken waar de vaardigheidstekorten liggen en hoe jij daar het beste in kunt ondersteunen.”

 

Verbinding

 

Haar boek telt bijna vierhonderd pagina’s, maar toch is de bottom line voor Trix vrij helder: “Het draait allemaal om communicatie. Of je nu orthopedagoog, leerkracht of psycholoog bent, het gaat om contact maken, de relatie goed houden en zorgen dat kinderen erbij horen. Gedragsproblemen zijn óók altijd interactieproblemen en bij het ene kind komen die problemen heel anders aan de oppervlakte dan bij het andere kind. Je kunt het kind nooit los zien van zijn omgeving en zijn relaties. Kijk maar hoe onrustig met name veel kinderen van de basisschool worden in de drukke decembermaand. Gedragsproblematiek is niet statisch, maar situationeel, relationeel, relatief en fluctuerend.”

Ook de relatie met ouders is volgens Trix cruciaal. “Ouders en scholen hebben maar één gezamenlijk belang en dat is het belang van het kind. En dus moet je er alles aan doen om de verbinding te zoeken met ouders en die goed te houden. Maar dat geldt ook voor de relatie tussen orthopedagoog en leerkracht: ga naast en achter elkaar staan en trek samen op.”

 

Wat drijft haar om ook na haar pensioen nog zo actief bezig te zijn? “Ik ben nu eenmaal iemand die erg gedreven is en mijn betrokkenheid en liefde voor het vak zijn niet gestopt op de ingangsdatum van mijn pensioen. Mijn man zegt ook altijd: het is niet alleen dat jij orthopedagoog als beroep hebt, jij bent een orthopedagoog. Het is ontzettend mooi om te zien dat je het gedrag van kinderen kunt beïnvloeden door ze op een bepaalde manier te benaderen, dat je hen dan ziet opbloeien. Want als jouw gedrag verandert, dan verandert het gedrag van de leerling ook. De leerkracht doet er dus alles toe! Daarnaast vind ik het nog steeds belangrijk en inspirerend om mensen uit het vak te spreken. Ik zit nog steeds in een intervisiegroep met vakgenoten, waar ik altijd veel energie en nieuwe ideeën uit krijg. Er valt altijd weer bij te leren.”

 

Online tool

 

Het boek ‘Pedagogische adviezen voor speciale kinderen’ is verschenen bij Bohn Stafleu van Loghum (ISBN: 978 90 368 1994 7). Trix van Lieshout heeft ook een online tool ontwikkeld, de PoLiscoop. Het is een digitaal screenings- en begeleidingsinstrument. Nadat leerkrachten, andere begeleiders, ouders en ook de leerling zelf een vragenlijst hebben ingevuld, genereert de PoLiscoop gedragsdoelen en handelingssuggesties, die gebruikt kunnen worden voor de invulling van een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP), een groeikaart en handelingsplan. De tool, inclusief uitleg, is gratis te gebruiken.

 

Tekst: Raymond Krul

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen