Gedeelde smart is halve smart

Beste ouder(s)/verzorger(s). Bij zo’n aanhef maakt het niet uit of beide ouders de brief lezen of één van hen. Maar hoe zit dat bij het lezen van emoties en het reageren op signalen van verdriet? Als een kind sip voor zich uitstaart, is het dan ook prima als alleen de moeder attent is en haar schouder aanbiedt om op uit te huilen?

 

Jennifer Poon van de Amerikaanse George Mason University en haar collega’s gingen uit van ‘hoe meer schouders, des te beter’. Zij toetsten dit door 82 gezinnen een gesprek over iets verdrietigs te laten voeren. De resultaten geven een verrassend beeld over wat ‘goed’ en ‘goed genoeg’ is in de opvoeding.

 

De meeste kinderen zijn maar eens in de zoveel tijd verdrietig. Maar het onderzoeksbudget liet niet toe dat Jennifer ging zitten wachten. En zij mocht ook al niet bij alle gezinnen thuis op de bank plaatsnemen. En dus werd overgeschakeld op plan B en bekeek en scoorde het onderzoeksteam het gedrag van vader en moeder in een onderzoeksruimte ergens op de universiteit. Daar vertelde hun kind over een overleden huisdier, een ruzie of problemen op school. Ieder kind stak zijn verhaal twee keer af; het lot bepaalde of eerst de vader ingelicht werd of dat mama als eerste aan de beurt was.

 

Om de hoogste score op positieve responsiviteit te krijgen moesten minimaal drie van de in totaal negen mogelijke positieve reacties te zien zijn. Het lijstje bestond onder meer uit aandachtig luisteren, een actieve rol in het gesprek, bemoedigende woorden en troostende aanrakingen. Geen puntenaftrek voor naar de grond kijken, boos worden of schreeuwen dat het nu afgelopen moet zijn met dat gejank. Maar dit alles leverde wel een hoge score op negatieve responsiviteit op!

 

De scores voor negatieve en positieve responsiviteit van vader en moeder werden gerelateerd aan scores voor externaliserend- en internaliserend probleemgedrag op de Children’s Behavior Checklist van Achenbach, wereldwijd bekend als de CBCL. Daarnaast werd getoetst of responsiviteit van één of beide ouders samenhing met de score op de sub-schaal sociale competentie, eveneens van de CBCL.

 

“De meest sociaal vaardige jongens waren diegenen met een hoog en een laag scorende ouder”

 

Meest frappante resultaat: jongens met twee ouders die hoog scoorden op negatieve responsiviteit bleken het minst opstandig en agressief. En ook best bijzonder: de meest sociaal vaardige jongens waren diegenen met een hoog en een laag scorende ouder. Of het nu ging om de positieve of de negatieve variant, voor jongens leek de gouden combinatie een mix van een ouder in de bovenste regionen en een ouder in de degradatiezone van de responsiviteit-eredivisie. Voor meisjes lag het eenvoudiger: angst- en depressieklachten kwamen bij hen minder voor als hun moeder een hoge mate van positieve responsiviteit had laten zien.

 

Ik heb hier een brief voor m’n moeder

 

Wat betekent dit nu voor jongens met een brok in de keel die niet in huilen willen uitbarsten? In de welbekende smartlap weet het zoontje van de ik-persoon zijn verdriet de baas te worden met in de ene hand een vlieger en in de andere hand een brief. Hij moet wel, want zijn moeder zit hoog in de hemel. Jongens met een vader én een moeder (of twee moeders / twee vaders) kunnen de vlieger aan de minst responsieve ouder geven en met hun vrije hand stevig de hand vastpakken van de ouder die wel oog heeft voor hun verdriet. De brief aan woef of snuf gaat uiteraard nergens heen totdat de vlieger hoog in de lucht is.

 

Maar deze studie suggereert nog een oplossing voor kleine mannetjes die hun huisdier hebben moeten begraven. Ze kunnen ook gewoon lekker gaan vliegeren met één van hun ouders. En na afloop drinken beiden dan een kop warme chocolademelk en geven ze elkaar op een plek waar niemand het kan zien een dikke, dikke knuffel.

 

Poon, J., Zeman, J., Miller-Slough, R., Sanders, W., & Crespo, L. (2017). “Good enough” parental responsiveness to Children’s sadness: Links to psychosocial functioning. Journal of Applied Developmental Psychology, 48, 69-78, doi: 10.1016/j.appdev.2016.11.005.

 

Tekst: Peter Hoffenaar

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen