Janet: “Ik geloof in de kracht van de kleine, betekenisvolle handelingen”

Er zijn mensen die kinderen met een diagnose in hokjes plaatsen en niet meer verder kunnen kijken dan het ‘label’. Die een kind niet meer ECHT zien. Daar maak ik mij wel zorgen om. Het is juist de uitdaging om te kijken wat het beste werkt voor welke leerling. Ieder kind verdient dat, diagnose of niet. Dat probeer ik uit te dragen, binnen de mogelijkheden van de school natuurlijk.

 

Ik werk op een basisschool voor speciaal onderwijs van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs en onderhoud contacten met leerlingen, ouders/verzorgers, leerkrachten, de intern begeleider, schoolmaatschappelijk werk, collega-gedragswetenschappers, samenwerkingsverbanden en andere professionals (zoals gezinsbegeleiders, ondersteuning vanuit het wijkteam, behandelaars). Dit alles om het onderwijs en de zorg voor onze leerlingen zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

 

Zo ben ik op school samen met de andere leden van de Commissie van Begeleiding verantwoordelijk voor het uitzetten van het beleid ten aanzien van de leerlingenzorg. Daarnaast ondersteun ik leerkrachten door het geven van handelingsgerichte adviezen of door het opvangen van leerlingen in een achterwacht functie.

 

Samen met de leerling

 

Als het een leerling echt niet meer lukt om mee te draaien in de klas, komt hij/zij bij mij terecht. Dan gaan we samen op zoek wat deze leerling op dat moment nodig heeft om weer op een adequate manier te kunnen functioneren in de klas. Daarnaast verricht ik psychodiagnostisch en orthodidactisch onderzoek.

 

“Het helpt dat ik zelf ook als gymleerkracht en als groepsleerkracht heb gewerkt”

 

Ik probeer te achterhalen waar de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen liggen en formuleer vervolgens adviezen waardoor het handelen van de leerkracht beter is afgestemd op de leerlingen. Bovendien ben ik mede verantwoordelijk voor het verantwoorden waarom onze school het best passend is voor onze leerlingen en het zoeken naar en het begeleiden van de overstap naar een alternatieve, passende (vervolg)school. Dat geldt zowel voor leerlingen die tussentijds uitstromen als voor leerlingen die onze school verlaten als groep 8 leerling.

 

Het helpt dat ik zelf ook als gymleerkracht en als groepsleerkracht heb gewerkt. Verder ben ik heel direct en kan ik heel goed duidelijk maken waar een leerling staat, waar we met hem of haar naar toe willen en wat daarvoor nodig is. En als ik het niet zeker weet, consulteer ik hiervoor collega’s, andere gedragswetenschappers of een supervisor.

 

Ander perspectief

 

Ik vind het heel belangrijk om betekenisvol te kunnen handelen in mijn leven. Ik geloof in de kracht van de kleine, betekenisvolle handelingen. Net even dat gesprek voeren met of het complimentje geven aan de leerling die dat heel erg nodig heeft. Na een zware dag de leerkracht wijzen op zijn of haar goede handelen en aangeven wat er allemaal wel bereikt is, in een dag die mogelijk heel hectisch of heel anders is verlopen dan van te voren was gedacht. Een probleem net vanuit een ander perspectief bekijken of tot inzicht komen aan de hand van psychodiagnostisch onderzoek, waardoor er in een vastgelopen casus toch nog andere inzichten naar voren komen en toch nog een mogelijke interventies toegepast kunnen worden.

 

Emotiekaartjes

 

Een tijdje geleden voerde ik een gesprek met een jongen die zich heel agressief had gedragen in de klas. Het kostte mij veel moeite om hem uit de klas mee te nemen. Eenmaal op mijn kamer, heb ik een gesprekje gevoerd aan de hand van emotiekaartjes. Hij mocht kiezen welke kaartjes (emoties) op dat moment bij hem pasten. Tijdens het neerleggen van de kaartjes, merkte hij op dat alle kaartjes somber van kleur waren en er niets bij was dat er blij uitzag. Aan de hand van de kaartjes hebben wij kunnen bespreken wat er in de klas was gebeurd. Hij had iets niet begrepen en vond dat heel erg van zichzelf. Hij was heel boos geworden en wist niet wat hij moest doen. Toen was hij gaan schreeuwen, schelden en met spullen gaan gooien. Gevoelens van schaamte maakten hem nog bozer, zeker toen hij de klas uit moest.

 

“Dus als ik hier een andere keuze had gemaakt, had ik heel veel meer blije kaartjes neer kunnen leggen”

 

Deze gevoelens voelden niet leuk. Ik vroeg hem hoe hij zich wel graag had willen voelen en hij zocht de positieve emotiekaartjes erbij. We hebben gekeken welke keuzes hij had kunnen maken om, toen hij iets niet begrepen had, zich anders te voelen. Het was heel mooi om te zien dat hij zelf al met de oplossing kwam; hij had om hulp kunnen vragen. Ik bevestigde dit met de uitleg dat je op school zit om te leren en dat je niet alles al zelf hoeft te kunnen. ‘Oh, dus als ik hier een andere keuze had gemaakt, had ik heel veel meer blije kaartjes neer kunnen leggen’. Met een uitgeprinte foto van de kaartjes in zijn hand, zijn we aan de juf gaan vertellen wat er precies was gebeurd en wat hij had geleerd. De juf pakte het heel goed op en hij heeft daarna een hele goede dag gehad. Als beloning mocht het ventje aan het einde van de dag nog even spelen met onze schoolhond Saar. De kleine sparkle in zijn ogen en de glimlach op zijn gezicht, waren op dat moment goud waard!

 

Prestatiedruk

 

Het valt mij op dat het lesrooster en het handelen van de leerkrachten zo enorm gericht zijn op prestaties en toetsen. Dit onder druk van – wie zegt het – schoolbesturen, ouders, de leerkrachten zelf? Er wordt een enorm belang gehangen aan CITO scores en andere toetsresultaten. Sommige leerkrachten voelen de druk of hebben de neiging hun rooster helemaal dicht te timmeren en koste wat kost de lesstof er doorheen te krijgen. Een nobel streven en wat een doorzettingsvermogen van leerkrachten. Maar ik vraag mij wel af of dat altijd de juiste keuze is en maak dat bespreekbaar met de (bovenschoolse) directie, betrokkenen van de gemeente en onderwijsbeleidsontwikkelaars.

 

Het is juist de kunst om, zeker met de cluster 4 doelgroep, ieder moment van de dag te kunnen kijken naar je klas en te bedenken: ‘wat is nu het best passend?. Sommige zaken uit leven leer je niet uit een boekje of aan de hand van methoden. Daarmee zeg ik niet dat ik die niet belangrijk vind. Maar ik geloof wel dat een kind het beste in zijn leren tot ontwikkeling komt als er sprake is van een basis van welbevinden, een fijne sfeer in de klas, een gevoel van veiligheid en wederzijds respect.

 

En dan is het in bepaalde situaties het beste om juist van dat rooster af te stappen. Ik ben blij dat ik op een school werk waarbij iedereen zich hier heel bewust van is en dat veel leerkrachten continu op zoek zijn naar een juiste balans. Voor mij mag het streven zijn dat leerlingen iedere dag bijvoorbeeld huppelend en zingend uit school komen; dat zij gelukkig zijn. Maak van gelukskunde een verplicht vak en zet dat in het rooster!

 

Janet Reedijk werkt bij het Instituut Mr. Schats Noord in Rotterdam, een basisschool voor speciaal onderwijs van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs.

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen