
Willemijn: leerkracht én leerling in hun kracht zetten zodat ze weer verder kunnen
Samen met leerkrachten, intern begeleiders en directie richt ik mij op het versterken van de basisondersteuning; een veilig klimaat in de groep, een pedagogisch-didactisch goede leerkracht en een sterk klassenmanagement. Dit doe ik op verschillende manieren, maar altijd vanuit een handelings- en oplossingsgericht kader. Het geeft het mij veel voldoening om mensen in hun kracht te zetten, waardoor zij weer zelf verder kunnen.
Wanneer een leerkracht een probleem ervaart in de begeleiding van een kind, brengen we eerst de situatie in kaart. Wat gaat goed? Wat kan beter? Voor de leerkracht is het vaak heel helpend om goed voor ogen te hebben wat de gewenste situatie is. Hoe ziet dat er uit? Welk gedrag laat het kind zien? Welk gedrag laat de leerkracht zien? En wat is het gevolg? Het motiveert mij om te ervaren dat iedereen zich kan en wil ontwikkelen als er voldaan wordt aan zijn behoefte aan relatie, competentie en autonomie.
Zelf de eerste stappen
Wanneer we samen zo praten over de probleemsituatie – vaak ondersteund met videobeelden van de interactie – blijkt de leerkracht zelf de eerste stappen richting de gewenste situatie te kunnen bedenken. De leerkracht wordt zo versterkt in haar gevoel van competentie en autonomie: ik kan het zelf! Dat komt de relatie met het kind uiteindelijk ten goede.
Het kind en zijn ouders zijn een belangrijke informatiebron die bij het in kaart brengen van de onderwijsbehoeften betrokken worden. Informatie over het functioneren van het kind thuis, bij vrienden, familie en de sportclub kan gebruikt worden bij de aanpak in de klas.
“Dan ziet de leerkracht een energieke jongen, die niet kan wachten tot de pauze en die moeite heeft met het talige karakter van de lessen”
Sensitiever
Zo kan de visie van de leerkracht op de drukke, ongemotiveerde en orde verstorende jongen veranderen, als blijkt dat hij uitblinkt in voetbal maar niet zo’n prater is. Dan ziet de leerkracht een energieke jongen, die niet kan wachten tot de pauze en moeite heeft met het talige karakter van de meeste lessen. Deze veranderde kijk op de jongen maakt de leerkracht sensitiever voor zijn onderwijsbehoeften. Zo plant zij meer beweegmomenten in, houdt haar instructies kort en complimenteert hem meer wanneer hij aan het werk is.
De jongen kan hierdoor beter voldoen aan de verwachtingen en voelt zich gehoord, gezien en begrepen door zijn leerkracht. Beiden ervaren nu vaker: ik kan het! En steeds vaker: ik kan het ook alleen.
Willemijn Huberts werkt als NVO orthopedagoog-generalist bij onderwijsadviesbureau SBZW. In haar veelzijdige baan staat het ondersteunen van passend onderwijs centraal.