
Als de inclusieve leraar bestaat, zou hij mijn kind wegpoetsen!
Wat is een inclusieve leraar vanuit het perspectief van een ouder? Onlangs kreeg ik het verzoek om daar een inleiding over te houden. Hoe kwam ik tot bovenstaande stelling?
Wat is inclusief onderwijs. En wat is een inclusieve leraar?
Ver in de veertig was ik toen ik kennis maakte met het speciaal onderwijs. Mijn hele leven was ik bezig met onderwijsbeleid, maar wist nog niets van cluster 1, 2 , 3 en 4, niets van rugzakjes, niets van slagboomdiagnostiek, niets van ambulante begeleiding… Laat staan van passend onderwijs en de hele, weergaloos ingewikkelde systematiek die daarmee samenhangt. En ik had het geluk dat ik me dat hele veld vanuit mijn werk eigen kon gaan maken. Gelukkig niet als ouder.
Inclusief onderwijs gaat over verschillen
Ik leerde het speciaal onderwijs kennen en ik was op slag verkocht. Door de passie van de leerkrachten en de kinderen. En hoezeer ik ook onder de indruk was van de professionals, hún gezichten herinner ik me niet meer. Een paar van de kinderen zullen me mijn hele leven bijblijven. Inclusief onderwijs gaat over verschillen. Net als passend onderwijs. Inclusief onderwijs is buitengewoon normatief als het om die verschillen gaat. Nou is er niets tegen normativiteit. Wat natuurlijk op zichzelf al weer een normatieve uitspraak is. Denken en praten over opvoeding en ontwikkeling is per definitie normatief. Kinderen moeten zich ontwikkelen, bepaalde kennis en vaardigheden opdoen en zich leren gedragen. We vinden dat niet alleen een plicht, maar ook een recht. En daar zit iets in: zonder dat kinderen zich ontwikkelen, kunnen ze niet deel uit maken onze samenleving, niet nu, nu ze nog kind zijn, en niet straks, als ze volwassen zijn.
Over welke verschillen hebben we het dan?
Maar dan loop ik vast: we moeten iets met die verschillen tussen kinderen. We moeten ze erkennen. Maar over welke verschillen hebben we het dan? Welke verschillen juichen we toe, welke erkennen we, accepteren we, benutten we, negeren we en welke verschillen willen we liever wegpoetsen?
Ik durf de stelling wel aan dat ons Nederlandse stelsel van regulier en speciaal onderwijs een inclusief systeem bij uitstek is. Scholen hebben de plicht om het maximale te bereiken met élk kind; hoe kun je onderwijsrecht béter invullen? Kinderen kunnen terecht in regulier als dat kán en in speciaal onderwijs als dat moét en er zijn allerlei tussenvormen mogelijk; we geven scholen de kans in te spelen op regionale verschillen. En ja, er gaan ook wel eens dingen fout. Dat zie ik in de soms schrijnende casuïstiek die langs komt in de Geschillencommissie passend onderwijs. En dat is dan nog een topje van de ijsberg.
“Samen is tot norm verheven. Maar erkennen we daarmee verschillen?”
Voorstanders van inclusief onderwijs noemen dat géén inclusief onderwijs. Veel ouders doen dat ook niet. Het reguliere is tot norm verheven. Samen is tot norm verheven. Maar erkennen we daarmee verschillen? Of poetsen we ze weg?
Bij een schoolbezoek ontmoette ik een jongen; hij was een jaar of dertien, groot, niet zindelijk, hij kon niet praten en ging uit zijn dak doordat hij en ik dezelfde kleur t-shirt aan hadden: mosgroen. Hij zal zich mij niet meer herinneren, maar dat maakt zijn plezier die dag niet minder. Hij blijft mij levenslang bij. Heeft het feit dat die school voor dit soort kinderen een aparte ruimte had, zin? Waren er momenten dat andere kinderen van de die school dit soort contact hadden met de vier leerlingen uit deze groep? Is dat inclusief onderwijs?
Bij een bezoek aan een cluster 3 school, ging ik tijdens de lessen van de ene groep naar de andere. Ik stoorde dus tijdens de les toen ik binnenkwam en aarzelde een beetje bij de deur. Een roodharig jochie stond op, kwam naar me toe, nam me bij de hand en zette me naast zich aan tafel. Zelden in mijn leven heb ik me zo hoffelijk bejegend gevoeld. Het jochie was er één van een tweeling. Twee kinderen, beiden met een stofwisselingsziekte die hen fysiek en cognitief gehandicapt maakte. Wat is er door hun ouders heen gegaan toen dat duidelijk werd. Zouden die ouders trots zijn als ik ze dit beeld terug gaf? In dié groep kinderen was empathie en acceptatie van verschillen vanzelfsprekend. Maar als je dat déze kinderen kunt leren, dan kunnen zéker kinderen op regulier onderwijs dat leren. Toch? Dan kan regulier onderwijs nog een hele slag maken. Is dat inclusief onderwijs?
Wat zou ik willen als ouder?
Eerst en vooral, alle acceptatie van verschillen ten spijt, zou ik willen dat mijn kind niét anders was. Ik zou knokken voor mijn kind. En daarmee voor mezelf. Ik zou gehoor en begrip willen bij de school en bij de leerkracht. Ik mag hopen dat die leerkracht er geen norm van inclusief onderwijs op na hield die los stond van míjn kind; die bij voorbaat met individuele leerlijnen zou komen aandragen, of met alleen-meedoen-met-gymnastiek of juist te makkelijk met speciaal onderwijs. Misschien zou ik het liever niet willen horen, maar ik denk dat het goed zou zijn als die leerkracht mij zou helpen om me bewust te worden van mijn eigen normen. En die zijn eigen normen ook tegen het licht zou houden als het om míjn kind gaat. Die mij zou helpen over mijn eigen schaduw heen te springen. Die mij zou helpen om óók naar het belang van de andere kinderen, thuis en in de klas op school te kijken.
Ik zou een leerkracht willen hebben die samen met mij als ouder het verschil maakt. Niet iemand die verschillen wegpoetst in naam van een concept!
Marlies Post, directeur NVO