Harmke: “Ouderen hebben altijd een verhaal met diepte”

Orthopedagogiek wordt vaak geassocieerd met hulp aan kinderen en jongeren. Terwijl de groeiende groep ouderen een enorm boeiend werkveld vormt. Orthopedagoog Harmke Bodewitz heeft er haar specialisme van gemaakt.

 

“De woonzorgorganisatie waar ik werk, in de regio Kampen en Zwolle, probeert mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving te laten. Wijkteams bekijken welke ondersteuning degenen die nog zelfstandig wonen nodig hebben. Voor bewoners met somatische, persoonlijkheids- of dementieproblemen hebben we veertien locaties, van open tot gesloten. Ik vind het fantastisch om de verhalen van al die mensen te horen. De geschiedenis van de regio komt erdoor tot leven. Het kan over een moeilijke tijd gaan zoals de oorlogsjaren, of over iets heel lokaals als het werk in de pannenfabriek. Ouderen hebben altijd een verhaal met diepte. Ik ben telkens weer onder de indruk van de diepgang en kracht van zowel de vertellers als van hun familie.

 

Veel praten

 

Bij Ijsselheem, zoals deze woonzorgorganisatie heet, is multidisciplinair werken schering en inslag. Ik vind het per bewoner puzzelen en uitzoeken wie en wat deze persoon verder kan helpen leuk. Dat betekent overleg met artsen, verpleegkundigen, specialisten en psychologen. Met fysio-, ergo-, muziek- en psychomotorische therapeuten. Veel praten dus. Nee, een keelontsteking is in dit vak niet handig, ha ha!

 

Rustig blijven

 

De omgang met iemand staat altijd centraal. Mijn inbreng is multidisciplinair meedenken. Ik beleef veel plezier aan het inzetten van mediatieve gedragstherapie, waarbij je voor de bewoner belangrijke personen uit diens directe omgeving inschakelt. Dat kan een familielid zijn, een verzorgende of een verpleegkundig team. Ik volg de voortgang van bewoners en stuur bij waar nodig, geef cognitieve gedragstherapie aan bewoners en psycho-educatie aan familie en teamleden, en met mijn vakgroepleden zet ik beleid op.

 

Telbaar gedrag

 

Bij bewoners bekijken we of er iets telbaars in het gedrag zit, zoals het aantal woede-uitbarstingen. We bespreken wat er aan vooraf ging, en of we iets op een andere manier kunnen doen. Werkt het bijvoorbeeld als wij ons anders opstellen? Bij een dementerende mevrouw, die graag in het middelpunt van de belangstelling staat, hebben we daar mooie resultaten mee behaald. Ze werd steeds onrustiger en verdrietiger en vroeg bovenmatig veel aandacht van de verzorgenden. We keken wanneer ze rustiger was. Dat was bij bepaalde activiteiten. Die zetten we dus meer in, en dat hielp al. Ook keken we hoe verzorgenden op haar reageerden. Ze merkten bijvoorbeeld dat wanneer zij zelf rustig bleven en niet op ieder blijk van ongemak reageerden, dat een positieve weerslag had op mevrouw. Ze is nu een stuk rustiger en de draagkracht van het team is veel groter. Haar persoonlijkheid kunnen we niet veranderen, maar ontdekken wat bij haar werkt wél.

 

Daglicht en depressie

 

Bij mensen met lichamelijke klachten die niet meer thuis kunnen wonen, kan sprake zijn van verwerkingsproblematiek door het verlies van zelfstandigheid. Ook bij hen kijken we wat ze nodig hebben, en dan doe ik een behandelaanbod. Iets anders waar je misschien niet zo snel aan denkt, is de invloed van het woongebouw op de stemming en het energieniveau van cliënten. Zo viel het me op dat het in de kamer van een mevrouw met Parkinson en depressie zo donker was. Antidepressiva hielpen haar niet, maar met enige activering en na installatie van daglichtlampen met een hogere luxwaarde klaarde haar depressie snel op. We onderzoeken nu op welke plekken zulke verlichting nog meer zin heeft. Dagelijks naar buiten is natuurlijk nog beter, maar dat kan niet iedereen, en nu in coronatijd is het nog lastiger.

 

Geen normale afscheidsmomenten

 

Bij de eerste coronagolf ging onze organisatie vlot op slot en mochten familie en vrienden niet meer op bezoek komen. Voor onze bewoners was dat heel moeilijk. Het contact met mensen die voor hen van betekenis zijn, bepaalt voor een belangrijk deel hun kwaliteit van leven. En veel medebewoners overleden, terwijl er geen normale afscheidsmomenten waren. Zo was er een groep waar zes van de twaalf bewoners stierven. Voor medewerkers ontluisterend, voor bewoners ontstellend.

 

Kracht

 

We hebben nu geleerd hoe het wél veilig kan, en met medemenselijkheid. Bezoekers komen op afspraak. Ze mogen samen met hun familielid wandelen in de tuin of in de wijk, of op afstand wat drinken in het inpandige restaurant. Bij overlijden kunnen familieleden aanwezig zijn. Weliswaar met beschermende kleding en mondkapje, maar ze kunnen in ieder geval iemands hand vasthouden. Onze locaties zijn momenteel coronavrij! Sommige bewoners waar we echt bezorgd over waren kwamen er zelfs gewoon doorheen. Wat een kracht, denk ik dan weer.

 

Studeren

 

Zelf was ik in april al besmet. Ik heb vier weken thuis in quarantaine gezeten en moest lang herstellen. Inmiddels ben ik weer op mijn oude energieniveau en volop aan het werken en studeren. Sinds anderhalf jaar volg ik de individuele route tot orthopedagoog generalist. Ik heb dus keuze in de samenstelling van mijn vakkenpakket. Natuurlijk leer ik dan ook graag meer over ouderen. Daar was echter maar één door het NVO geaccrediteerde opleiding voor, over diagnose van dementie bij mensen met een verstandelijke beperking. Die had ik eerder al gedaan.

 

Verouderd criterium

 

Daarna heb ik in company diagnostiek en mediatieve gedragstherapie van Rino Zuid gevolgd, die gelukkig ook geaccrediteerd werd door de NVO. Een aanrader! Verder was er helaas geen door de NVO geaccrediteerde scholing. De NVO heeft het in mijn ogen verouderde criterium dat 30% van een cursus over jeugd moet gaan. Daar voldoen inderdaad weinig cursussen over ouderen aan. Terwijl het NVO wel zegt dat ouderen een belangrijke en groeiende doelgroep zijn voor de orthopedagoog -generalist. Dat bijt elkaar. Ik denk dan ook dat dat beleid toe is aan vernieuwing.*

 

Ouderenpsychologie

 

Ik doe de opleiding tot orthopedagoog-generalist omdat ik meer wil weten over de breedte van diagnostiek en behandeling, waaronder bijvoorbeeld over medicatie. Ook wil ik meer zelf behandelen, zowel op het gebied van cognitieve gedragstherapie als op dat van systeemtherapie. Met iemand puzzelen: hoe werkt dat bij jou? Verder vind ik de kansen voor persoonlijke ontwikkeling door supervisie heel mooi. Na een jaar overleggen is het me bovendien gelukt om ook de profielopleiding tot ouderenpsycholoog binnen mijn OG-traject te volgen. Die is dus geaccrediteerd! Een zeer complete opleiding, waar ik mijn nieuwsgierige en lerende vakhart fijn aan ophaal. Als ik daarmee klaar ben, trekt me vooral de somnologie, de slaapexpertise.

 

Interessant werkveld

 

Ik vind dat ouderenzorg op een fijne manier iets van je menszijn vraagt. Het medisch model wordt tegenwoordig veel meer losgelaten. De aandacht verlegt zich naar kwaliteit van leven en naar wat er wél kan. Niet kijken vanuit het defectmodel, maar naar de kracht van de persoon en diens systeem. Een brede benadering die je als orthopedagoog-generalist al gewend bent. Werken in de ouderenzorg is echt stimulerend, met een werkveld dat minstens zo interessant is als jeugdhulp. En met een hele grote doelgroep.”

 

Tekst: Wilmie Geurtjens

 

*Voetnoot: In het project NVO Kwaliteitsregisters is de NVO volop in gesprek met leden over de kern van het beroep, veranderende werkvelden, taken en beroepsgroepen waarmee orthopedagogen werken en actualisering van de normen waarop de herregistratie-eisen worden gebaseerd. Hier wordt ook gesproken over het thema ouderenzorg en wat het betekent voor de eisen als we willen stimuleren dat hier orthopedagogen werken.

About the Author /

j.smeets@nvo.nl

Alle artikelen