
Emma: “Wat mij enorm interesseert zijn de óórzaken van probleemgedrag bij jongeren.”
Ouders met onbevredigde psychologische behoeften kunnen daarop reageren met een harde opvoeding. Dat heeft een negatieve invloed op het gedrag van hun kinderen. Logisch toch? Emma Roza onderzocht deze aanname voor haar masterthesis en hield daarbij een open geest. Ze won er de NVO-thesisprijs Orthopedagogiek 2020 mee.
“Wat mij enorm interesseert zijn de óórzaken van probleemgedrag bij jongeren. Die kunnen op verschillende gebieden liggen. Zit het in genetica, in opvoeding of nog andere omgevingsfactoren? In mijn scriptie heb ik me gefocust op de mogelijke oorzaken van externaliserend probleemgedrag, in relatie tot onbevredigde psychologische behoeftes van ouders en een harde opvoeding. De titel van mijn scriptie is dan ook Indirect Effects of Parental Psychological Needs Satisfaction on Early Adolescents Externalizing Behaviors through Harsh Parenting Practices. Een hele mond vol ja. Ik heb het in het Engels geschreven omdat ik wel houd van een uitdaging. Engels is bovendien algemeen gangbaar In wetenschappelijk schrijven. Mocht hij ooit gepubliceerd worden, dan kunnen ook niet-Nederlandstalige vakgenoten hem lezen.
Zes dagen vragenlijsten
Externaliserend probleemgedrag is een breed concept. Ik heb me gefocust op twee aspecten ervan. Het eerste was regelovertredend gedrag thuis, op school of elders. Het tweede was fysieke agressie, dus gedrag met de intentie een ander te schaden. Ik kwam op dit onderwerp in overleg met mijn afstudeerbegeleidsters van de Erasmus universiteit in Rotterdam. Tot nu toe is weinig onderzoek gedaan naar de link tussen onbevredigde psychologische behoeftes van ouders en het probleemgedrag van hun kinderen. Mijn supervisor had in 2015 en 2016 wél al veel data over het onderwerp verzameld, in Rotterdam en omgeving. Het bijzondere was dat ze ouders en jongeren zes dagen achter elkaar vragenlijsten liet invullen, als een soort dagboek. Normaal gesproken wordt gevraagd naar gedrag over een langere periode, bijvoorbeeld twee maanden. De deelnemers krijgen daarbij de instructie om bij het beantwoorden van de vragen de afgelopen twee maanden in gedachten te houden. Bij dagboekonderzoek hoeven ze alleen de dag waarop ze de vragenlijst invullen in gedachten te houden.
Gevoelens en gedrag
De vragenlijsten voor ouders richtten zich op onderzoek naar psychologische behoeftenbevrediging en hun opvoedingsstijl. Gevraagd werd onder andere of ze een gevoel van keuze en vrijheid hadden in de dingen die ze ondernamen, of ze zich verbonden voelen met mensen die om hen geven en waar zij op hun beurt om geven, of ze er vertrouwen in hebben dat ze dingen goed kunnen. Voorbeelden van vragen over opvoeding waren: ‘Ik heb mijn kind bekritiseerd’, ‘Ik schreeuwde tegen mijn kind’, ‘Ik schold tegen mijn kind”, ‘Ik onderbrak mijn kind’ en ‘Ik veranderde van onderwerp als mijn kind iets te vertellen had.’ Externaliserend probleemgedrag van jongeren werd gemeten met een vragenlijst waarop ze konden invullen of ze bijvoorbeeld veel ruzie hadden gemaakt of regels thuis en op school hadden overtreden.
Kennis selecteren
Om al die gegevens te verwerken waren ingewikkelde statistische analyses nodig die ik nog niet geleerd had. Mijn begeleidster heeft me wegwijs gemaakt in een voor mij nieuw statistisch programma. Daarmee kon ik bijvoorbeeld onderzoeken hoe ouders elkaar beïnvloeden in hun opvoedgedrag en psychologische behoeftebevrediging, en of de invloed van de opvoeding verschilt al naar gelang het geslacht van de ouder en de jongere. Ik las bovendien heel veel over welke theorieën er al zijn. De kunst is om te selecteren welke kennis je vervolgens meeneemt in de scriptie.
Geen verband!
We konden in ieder geval concluderen dat zowel opvoedgedrag van ouders én externaliserend probleemgedrag van jongeren én psychologische behoeftebevrediging van ouders van dag tot dag kunnen veranderen. We verwachtten ook te kunnen concluderen dat de niet-vervulde psychologische behoeften van ouders invloed hebben op de opvoeding, en daarmee op het gedrag van jongeren. Maar uit ons onderzoek bleek dat er géén verband was! Ik kon dus ook geen praktische adviezen formuleren. Daar hadden we natuurlijk wel op gehoopt.
Methode
Voorlopig zoeken we de hoofdverklaring in de onderzoeksmethode. De gangbare vragenlijsten meten wat ‘in het algemeen gebeurt’, terwijl de dagboekvragenlijsten meten wat ‘van dag tot dag gebeurt’. Mogelijk zorgt dat verschil voor verschillende bevindingen in onderzoek en dus voor onze onverwachte resultaten! Verder blijkt het voor mensen lastig om te rapporteren over gevoelens en gedrag van langer geleden. Rapporteren over de dag die net voorbij is, is veel gemakkelijker. Een ander aspect is dat de deelnemers veelal intacte Nederlandse gezinnen waren met hoogopgeleide ouders. Ze zijn dus niet representatief voor de bevolking. Ik vind vervolgonderzoek over een langere periode wel nodig, om te ontdekken welke wederzijdse beïnvloeding er is tussen ouders en jongeren, en hoe die factoren samenhangen van dag tot dag.
Trots
Ik ben natuurlijk trots op de NVO thesisprijs, juist omdat ik heb laten zien dat ook negatieve onderzoeksresultaten een interessante scriptie kunnen opleveren. Ik heb het idee dat het in de praktijk best moeilijk is om niet te snel een beeld te creëren, en daar dan bevestiging voor te zoeken. Ik verwacht dat het lidmaatschap van de NVO dat bij de prijs hoort mij helpt up to date te blijven met belangrijke ontwikkelingen in het werkveld, en dat mijn netwerk van vakgenoten groeit!
Onderzoek en praktijk
Voorlopig studeer ik even verder, want ik ben nog jong en zit lekker in die studieflow. Ik houd erg van onderzoek en statistiek. Daarom ben ik in september 2019 begonnen aan een tweejarige master Development and Socialisation in Childhood and Adolescence aan de Universiteit Utrecht. Tot afgelopen maart had ik les aan de universiteit. Door corona ben ik zeker nog tot februari 2021 thuis aan het werk. En daarna? Dan ga ik op zoek naar een hele leuke baan, waarin ik onderzoek en praktijk kan combineren.”
Tekst: Wilmie Geurtjens